Het is een issue waar elke zzp’er waarschijnlijk wel eens bij stil heeft gestaan: schijnzelfstandigheid. Wanneer een organisatie self-billing toepast op haar zzp‘ers, bestaat al snel de angst dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. Wat blijkt? Die angst is nergens voor nodig. Ook in het geval van self-billing zijn zzp’ers volledig zelfstandig.
Als de relatie tussen een zzp’er en een opdrachtgever te veel lijkt op een loondienst, spreek je van schijnzelfstandigheid. De zzp’er bevindt zich dan in een grijs gebied waarbij het erg moeilijk is om aan te tonen dat hij of zij in de praktijk net zo zelfstandig is als contractueel is afgesproken. Dit wordt gezien als een vorm van sociale fraude; bij loondienst betaalt een werkgever immers sociale bijdragen, bij een overeenkomst met een zzp’er niet. Schijnzelfstandigheid kan dus door kwaadwillenden ingezet worden om het betalen van deze bijdragen te vermijden, en dit gebeurt ook steeds vaker.
Om die reden is het voor zzp’ers belangrijk om deze situatie te voorkomen. Tekenen van schijnzelfstandigheid kunnen zijn:
- De zzp’er krijgt periodiek een vaste vergoeding uitbetaald door de opdrachtgever.
- Er is een gezagsverhouding: de opdrachtgever bepaalt hoe de zzp’er bepaalde opdrachten uitvoert.
- De zzp’er heeft gedurende een langere periode slechts één opdrachtgever.
Welke rol speelt self-billing bij schijnzelfstandigheid?
Er is nog een groot verschil tussen zzp’ers en werknemers in loondienst: zzp’ers sturen de opdrachtgever een factuur, terwijl werknemers door de werkgever salaris uitbetaald krijgen.
Wanneer een opdrachtgever echter gebruik maakt van self-billing (ookwel reversed billing of reverse billing genoemd), maakt deze de factuur zelf op, niet de zzp’er. Precies om deze reden bestaat de angst dat self-billing kan leiden tot schijnzelfstandigheid. Men vraag zicht namelijk af: lijkt het niet te veel op het uitbetalen van loon aan een werknemer?
Het verlossende antwoord: nee. In 2013 is zowel Europese als Nederlandse wetgeving ontstaan die dit toelaat. In Nederland staat in Artikel 34c van de Wet Omzetbelasting bijvoorbeeld het volgende: “Iedere ondernemer zorgt ervoor dat door hemzelf dan wel, in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn afnemer (self-billing) of een derde (accountant) facturen uitreikt”. Artikel 35a luidt: “Wel moet de factuur opeenvolgend zijn in één of meerdere reeksen.” Zolang de opdrachtgever per leverancier een opvolgend nummer start, is er dus niets aan de hand bij het gebruik van self-billing. Met andere woorden: wettelijk en fiscaal is het toegestaan dat een andere partij dan de zzp’er zelf de factuur opmaakt.
Hoewel self-billing het afrekenproces in de praktijk flink beïnvloedt doordat zowel de zzp’er als de opdrachtgever er veel minder tijd aan kwijt zijn, verandert er op papier dus vrijwel niets. Het enige verschil wat je op de factuur ziet ten opzichte van de originele situatie, is dat er nu ‘Factuur uitgereikt door afnemer’ op staat.
De facturatiemethode speelt met betrekking tot schijnzelfstandigheid dus geen rol. Zo kunnen jouw organisatie en je zzp’ers met SelfBilling dus genieten van een kostenbesparend facturatieproces die tegelijkertijd niet de zelfstandigheid van de zzp’ers ter discussie brengt. Win-win!